Thomas Trum (1989) werkt op het snijvlak van kunst en design. Het grootste deel van zijn werk draait om een materiaalonderzoek van verf en technieken om deze toe te passen. Hij gebruikt het atelier als experimenteerplek en onderzoekt onconventionele manieren om op papier, canvas of muren te schilderen. Zo gebruikte hij een supergrote viltstift, een machine voor wegmarkering en borstels op een boormachine. Zijn zeer actieve manier van werken is vaak gebaseerd op vallen en opstaan: het resultaat van zijn handelen staat nooit op voorhand vast, waardoor enthousiasme en snelheid deel uitmaken van het eindresultaat.
In zijn benadering van schilderen probeert hij alles te weten te komen over een bepaalde verf of een bepaald gereedschap voordat hij het in zijn werk gebruikt. De manier waarop hij op een kleiner stuk papier werkt, is in wezen vergelijkbaar met wanneer hij een grote muurschildering maakt: door in en uit te zoomen op zijn eigen methoden kan hij op veel verschillende oppervlakken en formaten werken. Verf is zijn muze, of het nu gaat om kleinschalig onderzoek of het uitbreiden van de openbare ruimte met zijn kleurrijke, grootschalige werk.
Zijn werk is vertegenwoordigd in collecties van het Noord Brabants Museum, Erasmus Universiteit Rotterdam, Akzo Nobel Art foundation, NN group, Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW), Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Koninklijke collectie.